Huren of verhuren?
Besteed voldoende aandacht aan de plaatsbeschrijving.
Bij het afsluiten van een
huurovereenkomst dienen zowel de verhuurder als de huurder voldoende aandacht
te besteden aan de plaatsbeschrijving.
Artikel 9 van het Vlaams
Woninghuurdecreet, hetgeen van toepassing is op huurovereenkomsten voor
hoofdverblijfplaatsen (in Vlaanderen) gesloten vanaf 1 januari 2019, heeft
zulks zéér duidelijk wettelijk verankerd.
De plaatsbeschrijving is essentieel en vormt het bewijs van de staat van de woning bij het begin en einde van de huur.
Dit kan o.a. belangrijk zijn om nadien uit te maken of er sprake is van huurschade en of deze schade al dan niet verhaald kan worden op de huurder(s).
Plaatsbeschrijving bij intrede
De huurder en verhuurder zijn verplicht om op tegenspraak (in aanwezigheid van beide partijen of hun vertegenwoordigers) en voor gezamenlijke rekening een gedetailleerde plaatsbeschrijving op te stellen.
Dat moet gebeuren terwijl de woning onbewoond is of tijdens de eerste maand van de verhuring.
De plaatsbeschrijving moet bij de huurovereenkomst worden gevoegd en mee worden geregistreerd.
Als één van de partijen niet ingaat op de vraag van de tegenpartij om een plaatsbeschrijving op te maken, kan die andere partij aan de vrederechter vragen om een deskundige aan te duiden.
Het verzoek aan de rechter moet worden ingediend binnen de eerste maand waarin de huurder over de woning beschikt.
Aan volgende voorwaarden moet er aldus voldaan worden:
- Tegensprekelijke vaststellingen;
- Handtekening van zowel de verhuurder en huurder ofwel van de -door hun aangestelde- deskundige;
- Gedetailleerd.
Een algemene clausule als ‘het goed is in goede staat’ is geen plaatsbeschrijving.
Het valt aan te raden om zowel fotomateriaal als geschreven tekst toe te voegen aan de plaatsbeschrijving en dit op een manier waarop de foto’s (vanop voldoende afstand gemaakt) te situeren vallen in de huurwoning.
Plaatsbeschrijving bij uittrede
Ten laatste op het ogenblik van de sleuteloverdracht moet er eveneens een plaatsbeschrijving bij uittrede worden gemaakt.
Ook deze plaatsbeschrijving dient te worden opgemaakt onder dezelfde voorwaarden.
Het is immers de uiteindelijke bedoeling om op basis van vergelijking tussen de plaatsbeschrijving bij in- en uittrede vast te stellen of er sprake is van huurschade.
Normale slijtage of schade door ouderdom blijven voor rekening van de verhuurder.
Indien één van de partijen weigert om de plaatsbeschrijving op te stellen, kan men zich tot de vrederechter richten met het verzoek om een deskundige aan te stellen.
Dit moet dan wel gebeuren binnen één maand na het verlaten de huurwoning.
Geen plaatsbeschrijving
Het ontbreken van een (gedetailleerde) plaatsbeschrijving kan zéér ernstige gevolgen hebben.
Zo wordt er alsdan, behoudens tegenbewijs met alle middelen van recht, aangenomen dat het gehuurde goed nog altijd in haar oorspronkelijke staat is zoals destijds bij het begin van de huurovereenkomst.
De huurschade zal alsdan niet te verhalen zijn op de huurders.